Preciso de Flores!

Estão guardadas na Quasi


segunda-feira, 8 de outubro de 2007

Dag, Rense!


Er is een stad onder de stad. Ik
en mijn schaduw.

Eens voer ik op een lek geslagen boot.
Dook onder, daalde af en vond een poort.
Daar zat een nimf met lange, rode haren.
Ze zei: Waar bleef je toch?
Ik heb zo lang op je gewacht.

We ijlden koortsige nachten weg,
dronken de roes tot braaksel,
dobberden in het neon van de stad.
Dagen helder als vloeibaar ijs
met koudvuur van het vaste weten
dat zwart zo diep moet zijn.

Ik ben gegaan, zij is gebleven.
Iedere nacht hoor ik haar radeloze stem.
Laat me slapen, voor altijd slapen.
Nooit zul je me meer zien,
schepen vertrekken weer
naar verre oorden.

Nu staar ik uit het raam, gestaag
valt miezerregen.
Roodborstje wat ben je mooi!
Hoor het lied der zilvermeeuwen
over lang verlaten havens.

Rense Sinkgraven


O poeta Oficial da Cidade de Groningen!

I promise to translate this poem when I finish the 1st Chapter of my dissertation.

Sem comentários:

Emparedada/Uit de Muur

Emparedada/Uit de Muur
Um ciclo de poemas portugueses e neerlandeses

Klompen / Socos


Klompen/ Socos

Klompen/ Socos: tamancos, chinelas de pau, tb. acto de toque fisico, agressivo, da /tua, minha/ mao na / minha, tua/ face

Klompen


Gostava de te dizer como são os meus passos que me afastam de ti.
Como não vivo para ti, nem escrevo para ti.

Como não penso no meu amor, nem te amo em pensamento.

Como não te vejo nos lugares onde nunca estivemos juntos.

Como tu não me pisas quando me obrigas a seguir os teus passos,
ou como não me calcas quando descalças os pés às leonores
que bebem da tua fonte.

Como caminho firme e confiante pelos prados holandeses, entre as vacas e a lama,
e me afasto cada vez mais de ti.

Como os meus passos se afastam dos teus passos, correndo para longe, longe,
esperando que o mundo seja realmente redondo, e não plano,
e possa, um dia, chegar às tuas costas, tapar os teus olhos e dizer-te
mijn thuisland is niet meer mijn taal.


Socos


Ik wilde je zeggen hoe mijn stappen zijn die mij van je verwijderen.

Hoe ik niet leef voor jou, niet eens schrijf voor jou.

Hoe ik niet denk aan mijn liefde en je evenmin bemin in gedachten.

Hoe ik je niet zie op de plaatsen waar we nooit samen waren.

Hoe je me niet vertrapt wanneer je me dwingt je stappen te volgen,
of hoe je me niet plet wanneer je de schoenen uittrekt
van de leonoors die drinken uit jouw bron.

Hoe ik ferm en vol vertrouwen door de Nederlandse weiden loop,
tussen koeien en modder, en me steeds verder van je verwijder.

Hoe mijn stappen zich verwijderen van jouw stappen, rennend naar de verre verten,in de hoop dat de wereld werkelijk rond is, en niet plat,
en dat ik op een dag achter je sta, mijn handen op je ogen leg en zeg
a minha pátria já não é a minha língua.


Joana Serrado, Emparedada/ Uit de Muur, Uitgeverij de Passage, 2009, p. 32, 33

A minha pátria não é a minha língua