
Er is een stad onder de stad. Ik
en mijn schaduw.
Eens voer ik op een lek geslagen boot.
Dook onder, daalde af en vond een poort.
Daar zat een nimf met lange, rode haren.
Ze zei: Waar bleef je toch?
Ik heb zo lang op je gewacht.
We ijlden koortsige nachten weg,
dronken de roes tot braaksel,
dobberden in het neon van de stad.
Dagen helder als vloeibaar ijs
met koudvuur van het vaste weten
dat zwart zo diep moet zijn.
Ik ben gegaan, zij is gebleven.
Iedere nacht hoor ik haar radeloze stem.
Laat me slapen, voor altijd slapen.
Nooit zul je me meer zien,
schepen vertrekken weer
naar verre oorden.
Nu staar ik uit het raam, gestaag
valt miezerregen.
Roodborstje wat ben je mooi!
Hoor het lied der zilvermeeuwen
over lang verlaten havens.
Rense Sinkgraven
O poeta Oficial da Cidade de Groningen!
I promise to translate this poem when I finish the 1st Chapter of my dissertation.
Sem comentários:
Enviar um comentário